Toeschouwers zijn onlosmakelijk verbonden met de charme van het wegwielrennen. Hun aanwezigheid langs de route zorgt voor sfeer, spanning en spektakel. Toch kent die vrijheid ook een keerzijde. In bergetappes waar de finish op hoogte ligt, mogen teamwagens en -bussen vaak niet tot boven rijden, waardoor renners op eigen kracht moeten afdalen – tussen het publiek door.
“Het wordt steeds gevaarlijker voor de renners,” waarschuwde
Jumbo-Visma CEO
Richard Plugge tijdens de uitzending van Vive le Vélo. “Ze moeten afdalen tussen toeschouwers – op de fiets of in auto’s – die daar totaal niet op zijn voorbereid.”
Plugge verwees naar de afdaling van de Col de la Loze, waar renners met fluitjes in de mond de menigte moesten waarschuwen voor hun komst. Een bijzonder risicovolle situatie, zeker na een slopende klim.
Toegangsgeld als oplossing voor overvolle bergen?
Zijn oplossing? Die zou de koerscultuur op zijn kop zetten: “We moeten proberen mensen en toeristen zo lang mogelijk op de klim te houden. Of zelfs toegang tot de klim beperken. Vraag bijvoorbeeld 4 of 5 euro entree. Alleen al het invoeren van een kleine vergoeding zou veel mensen ontmoedigen om te komen.”
Toch erkende hij de tweestrijd: “De sfeer op die beklimmingen is fantastisch. Het is een echt volksfeest. Maar de afdaling naar de vallei moet veiliger en beter geregeld worden.”
Het voorstel van Plugge is voer voor discussie: hoe behoud je de unieke ziel van het wielrennen, zonder de veiligheid van renners uit het oog te verliezen?