Afgelopen dinsdag, voorafgaand aan de verplaatsing naar Spanje voor het trainingskamp in Benidorm, trokken
Tadej Pogacar en enkele ploeggenoten naar Noord-Frankrijk om materiaal te testen en opnieuw de kasseistroken van
Parijs-Roubaix te verkennen. Tot vreugde van een paar lokale wielrenners, al kwam het als verrassing dat dit gebeurde in slecht weer.
Het Franse medium La Voix du Nord was op de hoogte van de testdag en volgde de training, net als enkele gelukkige fans die toevallig passeerden. Jean-Luc Gallus was een van hen, een lokale renner die plots enkele bekende gezichten van op tv voor zich zag rijden.
“Toen ik dichterbij kwam, herkende ik het Belgische kampioenstrui van Tim Wellens. Daarna zag ik de regenboogfiets en besefte ik dat het Pogacar was,” vertelt hij. “Ik vroeg of ik een foto mocht nemen. Hij zei dat het geen enkel probleem was en poseerde zelfs voor me.”
Wat volgde was een ochtend die de lokale renner niet snel zal vergeten, en die bijna aan de media ontsnapte. Pogacar, Nils Politt, Florian Vermeersch en Tim Wellens waren aanwezig op de wegen van de ‘Hel van het Noorden’, waarmee ze hun intentie bevestigden om in april volgend jaar de monumentale klassieker te rijden, en een kern vormden rond de wereldkampioen.
Natte en modderige kasseien. Een noodzakelijk risico?
“Ik hoorde ze praten. Ze gingen terug richting Cysoing om de kasseien van Bourghelles aan te snijden en via l’Arbre terug te keren. Hij was verrast.” Op de Carrefour de l’Arbre testte Pogacar materiaal, net zoals Wout van Aert enkele weken eerder. Van Aert — die zelfs eigen videobeelden van zijn verkenning deelde — had echter andere en betere omstandigheden.
Gallus vond het opvallend dat de wereldkampioen uitgerekend die dag in Roubaix zijn oefeningen deed, gezien de belabberde staat van de kasseien op dit moment. “Dat is best een riskante onderneming midden in de winter. Het heeft de laatste tijd veel geregend. De kasseien zijn nat en er liggen modderstroken.”