Tijdens de bestuursvergadering in Arzon (Frankrijk) op 12 juni heeft de
UCI het OneCycling-project in zijn huidige vorm unaniem afgewezen. Hoewel het internationale wielerorgaan scherpe kritiek uitte op het voorstel, gaf het ook aan open te staan voor een herzien plan dat beter aansluit bij het bestaande UCI-ecosysteem.
Het Management Committee sprak klare taal en bestempelde het huidige voorstel als “inconsistent met het bestuurskader van de UCI” en “gebrekkig in competitieve samenhang”.
One Cycling, een initiatief gesteund door enkele World Teams, organisatoren en een sportinvesteringsfonds, beoogde een hervorming van het profwielrennen met meer commerciële controle in handen van teams en investeerders.
Ondanks de unanieme afwijzing, liet UCI-voorzitter David Lappartient weten dat hij de kernideeën van het plan wél deelt. “Globalisering van de sport, meer financiële stabiliteit en onafhankelijkheid voor professionele teams — dat zijn doelen die wij als UCI onderschrijven,” klonk het.
De deur blijft dus op een kier, mits One Cycling wordt hervormd in lijn met de bestaande structuur van het wielrennen.
Meer ProTeams naar de Grote Rondes
Naast de discussie over OneCycling werden ook concrete hervormingen binnen de sport goedgekeurd. Zo zullen vanaf nu de organisatoren van de Grote Rondes (Tour, Giro, Vuelta) verplicht worden om niet twee, maar drie best geklasseerde UCI Pro Teams uit te nodigen, bovenop de 18 World Teams.
Met daarnaast twee wildcards naar keuze van de organisator, zal het peloton in de Grote Rondes standaard uit 23 ploegen bestaan — een wijziging die direct impact heeft op de dynamiek van de grootste rittenkoersen.
De besluiten uit Arzon maken duidelijk dat de UCI vast wil houden aan haar regie over het profcircuit, maar tegelijk openstaat voor evolutie — zolang die binnen het eigen systeem blijft.