Tadej Pogačar heeft in het wielrennen al bijna alles gewonnen wat er te winnen valt, maar Milano-Sanremo niet. Vandaag kan dat veranderen.
De Sloveense veelvraat staat aan de start van het eerste monument van 2025 als dé te kloppen man, in een koers die hij zonder omwegen zijn droom noemt. Samen met Parijs-Roubaix en de Vuelta a España vormt La Primavera het handjevol grote prijzen dat nog niet op zijn toch al overladen palmares prijkt. Maar 2025 voelt als het jaar waarin hij die laatste lege vakjes kan invullen, te beginnen vandaag, onder de zon van de Ligurische kust.
In de aanloop naar de wedstrijd sprak Pogačar met Cycling Pro over zijn herstel na een recente val, zijn voorbereiding en de kunst van het winnen van de meest ongrijpbare klassieker op de kalender. “Het waren een paar lastige dagen,” gaf hij toe over de nasleep van zijn val. “Ik moest even gas terugnemen om te herstellen, maar nu ben ik er. De trainingen zaten goed, met stevige intervals, en de vibe in het team is top. Morgen gaan we ervoor, klaar om te strijden voor de winst.”
Het parcours? Dat kent hij als zijn broekzak. “Ik train er geregeld, het ligt vlak bij huis. De afgelopen dagen was ik er nog voor wat snelle blokken achter de motor en om mijn benen te testen op de Poggio. Hoe meer je die wegen rijdt, hoe beter je ze leest. Dat geeft vertrouwen.”
Maar hoe goed hij Sanremo ook kent, de sleutel tot de zege blijft een mysterie. Wordt 2025 het jaar dat hij het doet? “Als ik hier win, heb ik de code ontcijferd,” grinnikt hij. “Tot die tijd blijf ik zoeken naar het perfecte recept.”
Sanremo laat zich niet zomaar in een tactisch keurslijf dwingen, en Pogačar weet dat. Plannen smeden is één ding, maar de koers dicteert. “Je hebt niet eindeloos veel opties,” legt hij uit. “Het hangt af van hoe de race zich ontvouwt, van de dynamiek tussen de ploegen. Je kunt een plan hebben, een plek uitkiezen om te gaan, maar het zijn de details – een fractie van een seconde – die alles bepalen. Je moet op alles voorbereid zijn.”
Een vroege demarrage, misschien al op de Cipressa? Zijn ogen twinkelen. “Zeker, dat kan. In Sanremo is alles mogelijk. Maar of het slim is? Dat weet ik pas als ik het probeer.”