Het
WK Wielrennen begint morgen in Zürich, en voor de tijdrit is
Remco Evenepoel de te kloppen man. Voor de wegwedstrijd is de situatie anders. De Belg beschouwt
Tadej Pogacar als de grote favoriet, maar hij is ervan overtuigd dat hij de Sloveen kan uitdagen op een parcours dat goed aansluit bij zijn vaardigheden.
"We weten min of meer van elkaar hoe het met onze vorm is, maar het is niet dat we zomaar kunnen samenrijden. Mathieu is geen landgenoot en geen ploeggenoot", vertelde Evenepoel tijdens een persconferentie aan Sporza. "Ik heb zelf het rondje nog niet gedaan, maar als iemand als Mathieu er zich op toelegt, dan zal hij wel klaar zijn. Wout van Aert zou dit ook gekund hebben. Maar het is afwachten of Mathieu die opeenstapeling van lastige rondjes kan verteren. Al zal hij zeker op de afspraak zijn."
Evenepoel gelooft dat Van der Poel en Pogacar zijn belangrijkste rivalen zullen zijn voor de regenboogtrui, naast hemzelf. Hij heeft recentelijk zijn vorm verbeterd en heeft dit jaar bewezen dat hij op een indrukwekkend niveau presteert bij zijn grote doelen. Als hij dat niveau deze week in Zwitserland kan vasthouden, zal hij een serieuze bedreiging vormen in beide evenementen waaraan hij deelneemt.
"De Tour is dan weer een ander verhaal. Het is weer een nieuwe stap en een nieuwe kans om mezelf te meten. Tadej ziet er heel goed uit. Het zal niet vanzelfsprekend zijn, maar ik mag vertrouwen hebben dat ik hem aankan en dat ik er een mooie koers van kan maken", zegt hij, terwijl hij het parcours vergelijkt met de Ardennenklassiekers. "Het WK leunt aan bij die koersen. Hij is de te kloppen man, maar daarvoor ben ik hier."
Het parcours is 274 kilometer lang en kent 4200 hoogtemeters, wat de koers behoorlijk selectief maakt. De laatste 20 kilometer zijn echter vrij van betekenisvolle beklimmingen. Dit betekent dat het een zeer tactische wedstrijd kan worden aan het einde, vooral omdat het zal worden betwist door nationale teams in plaats van de gebruikelijke teamblokken.