Jonas Vingegaard kende een wisselvallig seizoen: een moeizaam voorjaar, een sterke zomer, maar uiteindelijk opnieuw tweede achter Tadej Pogačar in de Tour de France. In de Vuelta a España herpakte de Deen zich met een eindzege, al was hij ook daar niet op zijn absolute top. Bondscoach Michael Mørkøv rekende desondanks op een degelijke prestatie tijdens het klimgerichte Europees kampioenschap, maar de realiteit bleek anders.
In de podcast Café Eddy blikte Mørkøv terug op die opmerkelijke dag.
“Eerlijk, ik viel bijna uit de auto toen ik Jonas zag terugzakken door het konvooi, honderd kilometer na de start,” zegt hij. “Hij had gewoon de benen niet. Maar dat hij er zó vroeg af zou zijn, dat had niemand verwacht.”
De renner van Team Visma | Lease a Bike werd uiteindelijk ver voor de finale uit koers genomen, een anticlimax na een jaar waarin hij ondanks tegenslagen opnieuw grote rondes wist te kleuren. “We hebben het over iemand die de Vuelta wint,” vervolgt Mørkøv. “Wie wil hem niet in zijn selectie? Jonas zei dat hij zich goed voelde. Natuurlijk wist ik dat het herstel na de Tour en Vuelta tijd vraagt, maar dit was toch een verrassing.”
Blik op Montreal 2026
Mørkøv wil zijn kopman volgend jaar opnieuw in actie zien op het wereldkampioenschap, dat in 2026 plaatsvindt in Montréal – op een parcours dat klimmers moet liggen. Of Vingegaard daar voor de regenboogtrui kan gaan, hangt volgens de bondscoach volledig af van zijn vorm.
“Het is nog nooit echt gelukt om zijn Tour-niveau te vertalen naar een eendagswedstrijd,” zegt hij. “Maar ik zag na het EK een enorm teleurgestelde Jonas. Als dat iets oplevert, dan hopelijk een renner die de volgende keer voor Denemarken met revanchegevoelens aan de start staat.”