Mathieu van der Poel domineerde deze winter bij zijn terugkeer in de cyclocross en veroverde in Liévin zijn zevende regenboogtrui. Na een korte rustperiode en een welverdiende skivakantie is het bijna tijd voor de kopman van Alpecin-Deceuninck om terug te keren op de weg.
Van der Poel begint zijn wegseizoen in Italië met Tirreno-Adriatico van 10 tot en met 16 maart. Daarna richt hij zich op de klassiekers, te beginnen met Milaan-Sanremo op 22 maart. Vorig jaar hielp hij daar teamgenoot Jasper Philipsen aan de overwinning, maar dit jaar zal hij ongetwijfeld voor eigen kansen gaan. Vervolgens reist hij naar België voor de E3 Saxo Classic op 28 maart en de Ronde van Vlaanderen op 6 april, waar hij als eerste renner ooit een vierde overwinning kan boeken.
Daarna wacht Parijs-Roubaix op 13 april, een koers die hij de afgelopen twee jaar wist te winnen. Vervolgens staat op 5 juli de start van de Tour de France op het programma. Hoewel Van der Poel op de kasseien van Roubaix al zijn klasse heeft getoond, heeft hij in de Tour nog niet volledig kunnen schitteren. Met het WK Wielrennen in Rwanda nog als vraagteken, zou dit het jaar kunnen zijn waarin de Nederlander zich eindelijk van zijn beste kant laat zien in de grootste wielerwedstrijd ter wereld.
"Ik start in Tirreno-Adriatico omdat dat de beste voorbereiding is op Milano-Sanremo. Daarna? Eigenlijk hetzelfde als voorgaande jaren. Ik sla het WK over en rijd opnieuw de Tour. In de eerste week liggen er een paar mooie kansen voor mij", vertelde Van der Poel op zijn persconferentie.
Over een mogelijke vierde overwinning in de Ronde van Vlaanderen zei hij: "Het is net als het WK Cyclocross: ik ben meer bezig met de koers zelf dan met records. Gent-Wevelgem zal ik dit jaar niet rijden, en over Dwars door Vlaanderen beslis ik later. Liever vier keer de Ronde winnen dan voor het eerst Gent-Wevelgem."
Tirreno-Adriatico (10-16 maart)
Milano-Sanremo (22 maart)
E3 Saxo Classic (28 maart)
Ronde van Vlaanderen (6 april)
Parijs-Roubaix (13 april)
Tour de France (5-27 juli)