Voor
Wout van Aert eindigde de elfde etappe van de Tour de France bij een röntgencontrole waar breuken werden uitgesloten. Waarom? Omdat de Belgische allrounder het asfalt vrij hard raakte terwijl hij zich positioneerde voor
Jonas Vingegaard. En terwijl Visma Lease a Bike
aan het eind van de dag een overwinning kan vieren, heeft Van Aert een beetje gemengde gevoelens op persoonlijk vlak.
"Ik heb niets gebroken. Ik had een lelijke val, maar dat wist ik al", vertelde hij
Sporza na de controles. "De scans werden gemaakt om uit te sluiten dat er niets aan de hand was, want ik had pijn in mijn arm. Het is een diepe wond waar ik veel last van heb. Het zal even duren, maar ik kan verder. Ik wil proberen morgen te starten."
Van Aert kwam uiteindelijk een half uur na Vingegaard over de finish. "Ik had pijn in de afdalingen en op de bulten, maar ik kon normaal fietsen. Ik kijk eerst hoe het morgen gaat. Ik heb meer verwondingen dan die aan mijn arm, maar die baarde me de meeste zorgen," zei de Belg, die ook zijn been zwaar had geschaafd en na de elfde etappe in het verband zat.
De etappe van morgen naar Villeneuve-sur-Lot zou normaal gezien een kans zijn voor Van Aert om zich in de strijd te gooien voor de ritzege in wat waarschijnlijk een sprint wordt. Maar met deze hinderlijke blessures is het niet onwaarschijnlijk dat de 29-jarige een stapje terug zal doen om te herstellen en op een andere dag te strijden.