"Hij mist nog steeds dat beetje om te concurreren met Pogacar" - Marc Madiot denkt dat Vingegaard nog niet klaar is voor de Sloveen

De Tour de France staat voor de deur en in het WorldTour-peloton is er nauwelijks nog ruimte voor andere gedachten. De spanning stijgt, de benen worden getest en de mentale voorbereiding bereikt zijn hoogtepunt. Marc Madiot, ploegbaas van Groupama-FDJ, liet na afloop van het Critérium du Dauphiné zijn licht schijnen over de vorm van de twee topfavorieten: Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard.

“Pogacar is momenteel op zijn best, vooral bergop laat hij een indrukwekkende indruk achter. Er zijn misschien nog wat details te finetunen in de tijdrit, maar sinds de seizoensstart is hij ronduit indrukwekkend,” verklaarde Madiot tegenover Cyclism’Actu.

Na lange tijd stonden Pogacar en Vingegaard weer samen aan de start van een etappekoers, sinds hun titanenduel in de Tour van vorig jaar. En ook nu waren de rollen duidelijk: op het terrein waar het écht telt — het hooggebergte — toonde Pogacar dezelfde dominantie die hij al een jaar tentoonspreidt zodra de weg omhoog gaat.

“Vingegaard oogde scherp, zeker. Maar hij mist nog steeds dat beetje om te concurreren met Pogacar. Tussen die twee en de rest gaapt een duidelijke kloof, al rijdt Evenepoel ook op een zeer hoog niveau. Maar de hiërarchie van vorig jaar lijkt zich opnieuw af te tekenen,” aldus Madiot.

En zo zou de Tour van 2025 zomaar een herhaling van zetten kunnen worden — tenminste, als het op het klassement aankomt. De drie tenoren lieten in hun voorbereidingskoersen het niveau zien dat van hen verwacht werd, en ditmaal lijken ze ook qua opbouw en fysieke paraatheid op gelijke voet aan de start te staan: geen recente blessures, geen ziekten, alleen pure vormpeiling.

“Ik heb de weddenschappen niet bekeken,” zei Madiot met een glimlach, “maar je hoeft geen wielerorakel te zijn om te zien dat Pogacar dé topfavoriet is. Toch moet je altijd op je hoede blijven.”

Want, zo waarschuwt de Fransman: “De Tour duurt drie weken en zit vol valkuilen: de bergen, de tijdritten, verraderlijke etappes, wind, positionering in het peloton… Er zijn zoveel factoren die we proberen te controleren, maar nooit volledig in de hand hebben. De koers heeft altijd haar eigen wil. Op papier vinkt Pogacar meer vakjes af dan wie dan ook, maar niets is zeker tot Parijs.”