"Ik had geen geduld om te wachten om de beste wielrenner te worden" - Jasper Philipsen vertelt over zijn vertrek bij UAE Team Emirates

Jasper Philipsen, een van de beste sprinters binnen het peloton, pakte in 2023 meer overwinningen dan wie dan ook. De man die het dichtst bij hem in de buurt kwam, was zijn voormalige ploeggenoot Tadej Pogacar.

Het is nu eenvoudig te vergeten, gezien het succes van Philipsen bij Alpecin-Deceuninck en de uitstekende relatie die hij heeft opgebouwd met Mathieu van der Poel, maar slechts enkele jaren geleden maakte de Belg nog deel uit van UAE Team Emirates.

"Ik denk dat ze nu een grotere rol spelen dan toen," zegt Philipsen over UAE Team Emirates in gesprek met Cycling Weekly. "Natuurlijk brengt het als jonge kerel ook druk met zich mee om in een grote WorldTour-ploeg te zitten. Ik had geen geduld om te wachten om de beste wielrenner te worden die ik kon zijn, daar was ik altijd te ongeduldig voor. Ik wilde vanaf het begin zijn waar ik nu ben, maar dat is niet zo makkelijk. Dus ik denk dat het de druk was die ik mezelf op legde toen."

De opkomst van Pogacar betekende ook een mentaliteitsverandering voor het team, omdat ze overgingen op een meer klassementsgerichte benadering van wedstrijden. "Er was stress en ongeduld van mezelf om de renner te worden die ik wilde zijn", legt Philipsen uit. "Dus dat was de grootste reden waarom ik UAE verliet. Ze waren duidelijk van plan om een klassementsteam te worden met Pogačar. Tadej ontwikkelde zich en had een grotere groei en verbetering dan ik in het begin. Hij was er meteen bij en reed op het hoogste niveau. Ik was daar op een goed niveau, maar niet het hoogste."

De keuze om te vertrekken heeft zijn vruchten afgeworpen voor Philipsen. Sinds hij bij Alpecin-Deceuninck rijdt is hij alleen maar sterker geworden. "Met mijn persoonlijke ambitie was het beter om naar Alpecin-Deceuninck te gaan," geeft hij toe.

"Ze richten zich meer op de sprints en klassiekers, en dat is iets waar ik me altijd goed bij heb gevoeld. Natuurlijk zit Mathieu van der Poel ook in de ploeg, maar de ploeg kan niet op één man vertrouwen", besluit hij. "Ik ben blij dat ik samen met hem in een team zit, ik denk dat we elkaar goed aanvullen."