Een verschrikkelijke valpartij in de afdaling van de Olaeta klim in etappe 4 van de
Ronde van Baskenland zorgde ervoor dat
Jonas Vingegaard,
Remco Evenepoel en Primož Roglič de wedstrijd verlieten. Zowel de Deen als de Belg liepen ernstige verwondingen op die hun voorbereiding op de
Tour de France in gevaar zouden kunnen brengen.
Jens Voigt was een renner die tijdens zijn 18-jarige carrière heel wat valpartijen heeft meegemaakt, waaronder een gruwelijke valpartij tijdens de afdaling van de Col du Petit Saint Bernard in etappe 16 van de Tour de France van 2009.
In een interview met Eurosport zei de voormalige Duitse renner "het deed me denken aan de gewelddadige val van
Richie Porte in de Tour de France 2017. Hoe Vingegaard werd meegesleept was dramatisch. Een val bergaf heeft meestal ernstige gevolgen. Daarom was het snel duidelijk dat het slecht was. Ik wacht ook met spanning op nieuws en updates over de gezondheid van de renners."
Over de oorzaak van de valpartij zei Voigt verder "in het begin was het voor mij onbegrijpelijk dat zo'n val daar kon gebeuren. Prachtige zonneschijn, de weg was droog en relatief breed, geen haarspeldbocht, maar een normale bocht in de weg. Daarom was ik verbaasd. Er moeten daar veel ongelukkige dingen gebeurd zijn. De een glijdt uit, de ander valt, de anderen raken in paniek en remmen te hard.
Mikel Bizkarra zei dat boomwortels misschien het wegdek omhoog drukken".
Velen hadden kritiek op het feit dat er niets was om de val van een renner in een gevaarlijke bocht te breken, maar Voigt vindt dat deze kritiek niet opgaat, want hij zei dat "niemand verwachtte dat er op dit punt een ongeluk zou gebeuren. Je had het misschien kunnen beveiligen met een baal hooi of iets dergelijks. Maar nee, in dit geval geef ik de organisator niet de schuld. Dit had echt niet voorkomen kunnen worden".
