Na zijn seizoen te zijn begonnen met een overwinning in de Clásica de Almería, volgde
Olav Kooij dat op met een etappe-overwinning in de
UAE Tour. Deze week in
Parijs-Nice liet hij zien de beste sprinter in de wedstrijd te zijn, met nog eens twee etappeoverwinningen waarbij hij
Mads Pedersen beide keren versloeg.
Kooij's meest recente overwinning in etappe 5 naar Sisteron was een bijzonder indrukwekkende overwinning, omdat hij zijn sprint perfect timede om Pedersen en
Pascal Ackermann te omzeilen in de laatste honderd meter en de overwinning pakte met een fietslengte voorsprong op de Deen.
In een podcast met NBC Sports Cycling vergeleek Christian Vande Velde Kooij met misschien wel de grootste sprinter aller tijden
Mark Cavendish: "Dit is Mark Cavendish-achtig. Om nog steeds die snelheid te hebben na zo'n zware wedstrijd, dat maakt het verschil. Olav Kooij is pas 22 jaar oud en hij heeft nog een lange carrière voor zich. Nog niet zo lang geleden zou Mads Pedersen nooit zo'n sprint hebben verloren in Parijs-Nice".
Vande Velde was een renner in het professionele peloton toen Cavendish in zijn topjaren zat en is dus goed geplaatst om een dergelijke vergelijking te maken en het valt niet te ontkennen dat Kooij's dominantie in de sprints in Parijs-Nice en de manier waarop hij wint vergelijkbaar is met de Manxman.
De voormalige Amerikaanse renner maakt zich echter zorgen over het mogelijke gebrek aan kansen voor Kooij bij Team Visma | Lease a Bike, want hij zei: "Ik kan niet wachten om te zien wat Kooij kan doen in Milaan-San Remo, maar als sprinter wil je winnen op de Champs-Elysees in de
Tour de France. Ik vraag me af of hij die kans ooit zal krijgen bij Visma | Lease a Bike".
Ondanks het feit dat Kooij de afgelopen drie seizoenen constant wedstrijden heeft gewonnen, moet hij nog steeds een Grote Ronde rijden. Momenteel staat hij op het punt om later dit seizoen de
Giro d'Italia te rijden. Echter, met zoveel klassementstalent in de ploeg met
Jonas Vingegaard,
Sepp Kuss en
Cian Uijtdebroeks, kunnen kansen in de grootste wedstrijden moeilijk voor de Nederlander zijn.