Thibau Nys beleefde in 2024 een echte doorbraak op de weg, met indrukwekkende overwinningen in de Ronde van Zwitserland en de Tour de Romandie. Deze vorm heeft hij doorgetrokken naar het crossseizoen, waar hij recentelijk zijn eerste Superprestige-zege en een seniorentitel op het EK cyclocross veroverde.
"Opnieuw kon de manier waarop hij de cross op die Spaanse Autovia naar zijn hand zette, me bekoren. Net als in Overijse zuinig. Beheerst. Constant het overzicht bewarend. Om dan mooi en meedogenloos toe te slaan op het juiste moment", schrijft tweevoudig wereldkampioen veldrijden
Niels Albert in zijn column na het EK voor HLN.
Toch, ondanks de glans van zijn EK-zege en zijn duidelijke vooruitgang, is Albert nog niet bereid om Nys in één adem te noemen met grote namen in de cross zoals
Mathieu van der Poel en
Wout van Aert. "Of dit nu een nieuwe fase inluidt in zijn ontwikkeling als veldrijder? Zo ver zou ik het niet durven doordrijven. Oké, hij wint een kampioenschap. Maar een reusachtige verrassing was dat niet. Zijn grootste progressie heeft hij afgelopen zomer geboekt met die reeks van negen overwinningen op de weg, waarvan meer dan de helft in de WorldTour", legt Albert uit.
"Een nieuwe drempel overschrijden in de cross zou betekenen: morgen met Wout van Aert en/of Mathieu van der Poel naar de finish rijden en hem/hen kloppen in de sprint", vervolgt hij. "Op dat niveau gaan we hem niet plaatsen. Opnieuw: nóg niet. Want draai of keer het hoe je het wil: op een bepaald moment zal het wel die richting uitgaan. Ik heb het dan nog niet over evenaren, laat staan overtreffen. Maar alleszins 'dicht aanleunen bij'."
"Als Mathieu en Wout nu ergens aan de start verschijnen en één van hen wint, zeggen we: 'Tja, wie anders?' Met zíjn grote motor en technische en tactische capaciteiten, zie ik ons dat vroeg of laat ook doen met Thibau", sluit Albert af. "Het is simpel: de kracht en het vermogen dat hij aankweekt op de weg doen hem ook verder doorgroeien in het veld. Niemand van de verzamelde concurrentie die daar ook maar één seconde van kan dromen."