De
Ronde van Baskenland staat bekend om zijn uitdagende etappes, en de derde dag was daar geen uitzondering op. Het was een heuvelachtige etappe die eindigde met een massasprint bergop.
Quinten Hermans van
Alpecin-Deceuninck behaalde een belangrijke overwinning, vooral omdat
Primoz Roglic en Juan Ayuso ten val kwamen tijdens de etappe.
In het begin van de etappe probeerden veel renners een kopgroep te vormen, maar uiteindelijk slaagden ze er niet in om samen te werken, wat hun kansen niet ten goede kwam. Het duurde lang voordat een kopgroep werd gevormd, met Tom Paquot, Alan Jousseame, James Foucé en Eric Fagundez die uiteindelijk de verantwoordelijkheid namen voor de vlucht van de dag.
Het was echter geen groep die een bedreiging vormde voor het peloton, vooral op een dag waarop het parcours gunstig was voor een ontsnapping. De laatste renner van de vlucht, Paquot, werd ingerekend met nog 43 kilometer te gaan.
Kort daarna ontstond echter een nieuwe situatie toen Primoz Roglic met nog 38 kilometer te gaan ten val kwam. Dit was een zeer gevaarlijk moment voor de leider van de wedstrijd, die twee minuten verloor terwijl zijn team hem controleerde op mogelijke verwondingen, met name een mogelijke hersenschudding.
In eerste instantie leken de vooruitzichten niet rooskleurig, maar Roglic keerde terug op de fiets en met de hulp van zijn ploeggenoten heroverde hij zijn positie in het peloton. Omdat er geen kopgroep meer was en het tempo niet bijzonder hoog lag, bereidde het peloton zich voor op een massasprint bergop, waar de sprinters zich konden mengen in de strijd om de overwinning.
Bij de top viel Louis Meintjes aan om bergpunten te pakken. Daarna volgde een tussensprint waar Remco Evenepoel, Isaac Del Toro en Jonas Vingegaard enkele seconden konden pakken.
Na de tussensprint lanceerden drie renners een aanval met Gorka Izagirre, Nelson Oliveira en Marc Soler, met nog 8 kilometer te gaan. Ze werden echter ingehaald met nog 3 kilometer te gaan, waarna het peloton zich opmaakte voor een massasprint. Bij een valpartij in de laatste kilometers kwam Juan Ayuso ten val, maar kreeg dezelfde tijd als de andere renners.
Uiteindelijk bleek de sprint bergop opnieuw zeer open te zijn, en het was in een uitdagende sprint dat Quinten Hermans zijn grootste overwinning tot nu toe behaalde. Hij klopte
Edoardo Zambanini en
Alex Aranburu op de streep.