Voor velen is de Wereldbeker veldrijden de belangrijkste competitie van het seizoen. Zij ging vandaag in Tsjechië van start na twee maanden met kleinere koersen: de Superprestige en de X2O Badkamers Trofee.
Lucinda Brand pakte de zege in de openingsronde en reageerde opnieuw met een topresultaat, naast Europees kampioene
Inge van der Heijden.
“Het blijft maar gekker worden. Het was moeilijk om verschil te maken en er werd veel gegleden,” zei Brand na afloop. “We waren bergop heel aan elkaar gewaagd, dus wegrijden was lastig. Dat levert een tactische koers op. Ik wist waar ik in de laatste ronde druk moest zetten.”
Brand zat ingesloten met het Crelan-duo Sara Casasola en Inge van der Heijden, een lastige situatie waarin ze in de minderheid was. Het parcours bood daar echter weinig kansen voor, en de Nederlandse pareerde de pogingen van beide rensters kundig. In de slotronde reed ze weg van Van der Heijden, waarna haar tempo hoog genoeg was om Casasola van zich af te houden.
De beslissende aanval kwam in een specifieke zone vlak voor het einde van de ronde, waar ze het winnende gaatje sloeg. “Dat was een les die ik leerde van onze ploeggenoot [David Haverdings], die eerder op de dag won. Ik probeerde hetzelfde te doen, en ik hoorde al snel dat ik een gat had. Na een paar bochten zag ik het zelf ook. Dat was echt fijn, want als je met Sara [Casasola] op je wiel naar de finish rijdt, kun je makkelijk geklopt worden,” legt ze uit.
Van der Heijden tevreden met het podium
De derde plaats van Van der Heijden is echter een sterk resultaat. Ze mengt zich daarmee vol in de strijd om de Wereldbekerzege, zeker bij afwezigheid van smaakmakers als Fem van Empel, Ceylin del Carmen Alvarado en Puck Pieterse.
“Ik kom altijd voor winst, maar ik kan heel blij zijn met de derde plek. In de eerste twee rondes ging ik bijna onderuit op het ijs en verloor ik vertrouwen in de bochten en afdalingen,” legde ze uit.
Uiteindelijk kon ze niet ontevreden zijn dat alleen twee van de besten ter wereld voor haar eindigden. “Bergop had ik tijd genoeg om het gat te dichten; daar was ik misschien wel de beste, maar ik verloor het in de afdalingen en bochten. Daarom kan ik blij zijn met dit podium.”